Nog een paar dagen en dan gaan we op vakantie. Zucht….. Op vakantie gaan is leuk, maar de voorbereidingen zijn zodanig dat ik me afvraag of ik het er eigenlijk wel voor over heb. Zorgen dat je werk afkomt in een race tegen de klok is niet echt de beste voorbereiding. Weg met de vakantiestress! Ik herinner het me nog van vroeger: een week voordat we op vakantie gingen stond het huis op z’n kop. Liep moeder zenuwachtig van hot naar her. Poetsend. Dingen verplaatsend. Alvast van alles klaarleggend wat niet vergeten mocht worden. En tegen de tijd dat we eindelijk weggingen stortte ze in. Tranen met tuiten. Elk jaar opnieuw. Een vast onderdeel van het vakantieritueel.Dat begreep ik destijds niet. Op vakantie gaan was toch leuk? Waarom zou je jezelf daar gek door laten maken? Als je iets vergeet, of je laat het huis niet helemaal schoon achter is er toch geen man overboord? Ik vond dat mijn moeder dat helemaal verkeerd aanpakte. Dat zou ik later anders doen. Absoluut. Boodschappen Inmiddels is het ‘later’ en ben ik zelf de moeder die voor alles moet zorgen. En dan ook nog in m’n eentje. Boodschappen doen. Tassen pakken. Auto in de revisie. En inmiddels snap ik heel goed dat het niet leuk is om het huis niet schoon achter te laten, omdat je het weer precies terugvindt zoals je het achterliet. Dus maak ik ook briefjes van dingen die ik niet moet vergeten. Loopt mijn hoofd om van alles wat ik nog moet kopen. Kan ik het aantal wassen nauwelijks bijhouden. Voorpret En inmiddels snap ik mijn moeder dus heel goed. Omdat haar tranen vroeger zo’n verpletterende indruk op mij gemaakt hebben hou ik me goed voor de kids, maar soms heb ik toch echt zin om een potje te huilen. Op vakantie. Leuk. Maar de voorpret ervan heb ik nog niet kunnen ontdekken. Maak je niet zo druk En dan, als de kids buitenspelen en voorlopig niet thuis zullen komen, zie ik mezelf als de detached observer ineens van een afstandje. Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig? Er is niemand van wie ik dit allemaal moet behalve van mezelf. En op het moment dat ik dat besef komen de tranen. Stop ik halverwege de trap ineens resoluut en ga ik zitten op een tree. En wat ik vroeger enigszins geringschattend tegen mijn moeder zei, zeg ik nu tegen mezelf: ‘Maak je niet zo druk!’ En daarmee ligt de verantwoordelijkheid weer mooi bij mezelf. Jij! Jij doet het allemaal zelf. En jij bent ook de enige die ermee op kunt houden. En dat doe ik dus bij dezen. Weg met de vakantiestress!