Geloof jij in (ver)wonderen?
Tja, denk ik dan, wat noem je wonderen? De een zegt: ‘Dat zijn gebeurtenissen die tegen de natuur van de dingen zijn, die aan de directe tussenkomst van God of aan goddelijke machten kunnen worden toegeschreven. Ja, daar geloof ik wel in.’ Daar kijk ik met minder zekerheid over de actor tegen aan: ik vind het meer iets buitengewoons, iets waarover je je verwondert, iets wat je niet verklaren kan, wat afwijkt van het gewone of er zelfs in strijd mee is. Ik geloof in de natuur, niet in iets wat tegen de natuur der dingen is. In wonderen geloof ik dus niet, maar verwonderen doe ik mij dagelijks. De beide invalshoeken maken het thema van onze maand dan ook heel breed, want verwonderen kun je je over heel veel, feitelijk het hele leven, inclusief alle wonderen! We gaan deze maand dan ook aandacht besteden aan zoiets bijzonders als onze psyche, de dood, reïncarnatie, astrologie, maar ook aan God/goden, buitenaardse ervaringen en ufo’s, mensen met een wonderlijke (levens)kracht en zelfs over een wonderlijk plantje. De rode lijn is door alles heen echter dezelfde: het kan je inspireren. Zoals haiku mij altijd weten te raken, doordat ik mij steeds verwonder over de bijzondere verwoording van iets wat ik ook voel. Ik sla een willekeurige pagina op van een bundeltje (Klassieke haiku – Tom Löwenstein) en lees er drie:
Paarse druiven – zo donker, ze zijn bijna zwart! De lamp in de kamer hiernaast gaat ook uit. Bittere kou vannacht. De eenzame cirkel van de maan. Ontelbare sterren aan een donkergroene hemel.
Dus mijn antwoord is: ja, ik geloof in verwonderen!